natellen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord natellen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord natellen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je natellen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord natellen is hier. De definitie van het woord natellen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vannatellen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • na·tel·len

natellen [2]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
natellen
telde na
nageteld
zwak -d volledig
  1. opnieuw tellen ter controle
    • Iedere avond moest ik het geld natellen om te zien hoeveel we die dag verdiend hadden. 
    • Vier instellingen die zorg leveren in de twee gemeenten stapten naar de rechter. „Je kunt op je vingers natellen dat een aanbesteding als deze leidt tot een afname van kwaliteit van jeugdzorg”, aldus hun advocaat Petra Heemskerk van juristenkantoor CMS. „Dit is een maatschappelijk vraagstuk”, zegt Erik Laarhoven, lid van de raad van bestuur van GGZ Rivierduinen, een van de betrokken jeugdzorginstellingen. De instellingen wilden met de gang naar de rechter nabootsing van de aanbesteding à la Alphen voorkomen. „We voorzagen dat anders veel meer gemeenten deze methode zouden toepassen”, zegt Laarhoven. [3] 
  • dat kun je op je vingers natellen
dat kun je makkelijk controleren, je hebt er zelfs geen pen en papier voor nodig
100 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]