neuk

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord neuk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord neuk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je neuk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord neuk is hier. De definitie van het woord neuk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanneuk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • neuk
vervoeging van
neuken

neuk

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neuken
    • Ik neuk. 
  2. gebiedende wijs van neuken
    • Neuk! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neuken
    • Neuk je? 


stamtijd
infinitief voltooid
deelwoord
neuk
geneuk
volledig

neuk

  1. met de vuist slaan
    «Ek gaan jou neuk
    Ik sla je op je neus!
  2. klooien, zaniken
    «Hou op om met die stoel te neuk en eet jou kos.»
    Hou op met die stoel te klooien en eet je bord leeg!
  3. de verkeerde weg nemen
    «Jy neuk al weer stroomop, knapie!»
    Je gaat alweer de verkeerde kant op, joh!