voorvoegsel betaald voltooid deelwoord van betalen Hij heeft de rekening betaald. betaald waarvan de kosten afgerekend zijn De betaalde rekeningen liggen...
betaalde (hulp, bestand) be·taal·de betaalde verbogen vorm van de stellende trap van betaald ▸ Voor een betaalde baan had ze geen tijd. betaalde enkelvoud...
Geluid: best betaald (hulp, bestand) best be·taald best betaald onverbogen vorm van de overtreffende trap van goedbetaald...
Geluid: beter betaald (hulp, bestand) be·ter be·taald beter betaald onverbogen vorm van de vergrotende trap van goedbetaald...
Geluid: betaalden (hulp, bestand) be·taal·den betaalden meervoud verleden tijd van betalen Wij betaalden. Jullie betaalden. Zij betaalden. ...
verleden tijd van doorbetalen Ik betaalde door. Jij betaalde door. Hij, zij, het betaalde door. Het woord betaalde door staat in de Woordenlijst Nederlandse...
enkelvoud verleden tijd van bijbetalen Ik betaalde bij. Jij betaalde bij. Hij, zij, het betaalde bij. Het woord betaalde bij staat in de Woordenlijst Nederlandse...
enkelvoud verleden tijd van uitbetalen Ik betaalde uit. Jij betaalde uit. Hij, zij, het betaalde uit. Het woord betaalde uit staat in de Woordenlijst Nederlandse...
enkelvoud verleden tijd van aanbetalen Ik betaalde aan. Jij betaalde aan. Hij, zij, het betaalde aan. Het woord betaalde aan staat in de Woordenlijst Nederlandse...
meervoud verleden tijd van aanbetalen Wij betaalden aan. Jullie betaalden aan. Zij betaalden aan. Het woord betaalden aan staat in de Woordenlijst Nederlandse...