notoir

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord notoir. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord notoir, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je notoir in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord notoir is hier. De definitie van het woord notoir zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vannotoir, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • no·toir
  • van Frans notoire (fr) uit het Latijn: notarius, publiek ambtenaar, van nota met de suffix -arius. In de betekenis van ‘bekend, berucht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1497 [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen notoir notoirder notoirst
verbogen notoire notoirdere notoirste
partitief notoirs notoirders -

notoir

  1. berucht
    • Luister niet naar hem, hij is een notoire leugenaar! 
  2. algemeen bekend
    • Dat is toch wel een notoir feitje. 
     De cliënten stroomden Henning Sjôstrands advocatenbureau dus binnen. Niet alleen omdat hij de bekendste van alle advocaten was, zij het notoir berucht volgens boze tongen, maar ook omdat hij in de pers door middel van advertenties naar cliënten zocht.[3]
90 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[4]