officieus

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord officieus. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord officieus, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je officieus in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord officieus is hier. De definitie van het woord officieus zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanofficieus, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • of·fi·ci·eus
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘niet officieel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1842
  • afgeleid van het Franse officieux (met het achtervoegsel -eus)
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen officieus officieuzer officieust
verbogen officieuze officieuzere officieuste
partitief officieus officieuzers -

Bijvoeglijk naamwoord

officieus

  1. niet-officieel, niet helemaal volgens de regels en vaak ook helemaal tegen de regels in.
    • Hij begreep het ook wel: dit beschermen van eigen co's tegen Lenz was uiteraard een hoogst officieuze, om niet te zeggen clandestiene aangelegenheid, en zelfs Zuidema, met zijn vrijbuitersmanieren, moest om de schijn op te houden af en toe wel eens een co prijsgeven. 
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.

Verwijzingen