Geluid: omgrenzend (hulp, bestand) om·gren·zend omgrenzend onvoltooid deelwoord van omgrenzen Het woord omgrenzend staat in de Woordenlijst Nederlandse...
omgrenzende (hulp, bestand) om·gren·zen·de omgrenzende verbogen vorm van omgrenzend, het onvoltooid deelwoord van omgrenzen Het woord omgrenzende staat...
Geluid: omgrenzen (hulp, bestand) om·gren·zen samenstelling van om bw en grenzen ww omgrenzen precies bepalen wat wel of niet tot een bepaald gebied...
tijd van omgrenzen Ik omgrens. gebiedende wijs van omgrenzen Omgrens! (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omgrenzen Omgrens...
omgrenzen Jij omgrenst. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omgrenzen Hij omgrenst. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van omgrenzen Omgrenst...
verleden tijd van omgrenzen Ik omgrensde. Jij omgrensde. Hij, zij, het omgrensde. verbogen vorm van omgrensd, voltooid deelwoord van omgrenzen Het woord omgrensde...
om·grensd vervoeging van omgrenzen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel omgrensd voltooid deelwoord van omgrenzen Het woord omgrensd staat...
omgrensden (hulp, bestand) om·grens·den omgrensden meervoud verleden tijd van omgrenzen Wij omgrensden. Jullie omgrensden. Zij omgrensden. Het woord omgrensden...
demarqueren, afschutten, afsluiten, afbakenen, begrenzen, afperken, begrenzen, omgrenzen, afrasteren openstellen, vervagen 1. Het woord afgrenzen staat...
t.t.) zal omgrenzen zult/zal omgrenzen zult/zal omgrenzen zult omgrenzen zal omgrenzen zullen omgrenzen zullen omgrenzen zullen omgrenzen voorwaardelijk...