omitiré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van omitir omitiré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van omitirse...
Bestand bestaat nog niet. Aanmaken? o·mi·tir omitir overgankelijk verzuimen, nalaten, weglaten, omitteren omitir in: Diccionario de la lengua española, 23e...
omitiría eerste persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van omitirse derde persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van omitirse...
omitido voltooid deelwoord (participio) van omitir omitido voltooid deelwoord (participio) van omitirse...
omitimos eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van omitirse eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van omitirse...
persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van omitirse gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van omitirse...
omitía eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van omitirse derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van omitirse...
aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van omitirse aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van omitirse...
enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van omitirse gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van omitirse...
persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van omitirse gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van omitirse...