ongebondenheid

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ongebondenheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ongebondenheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ongebondenheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ongebondenheid is hier. De definitie van het woord ongebondenheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanongebondenheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·ge·bon·den·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ongebondenheid ongebondenheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ongebondenheidv

  1. mate waarin men onafhankelijk is
     De burgertop wil meer mensen bij de politieke besluitvorming betrekken en zo voor meer democratie zorgen onder het motto: „Heel het land spreekt”. Samen zullen ze discussiëren over immigratie, sociale zekerheid en de financiële crisis. De deelnemers zijn geselecteerd op hun - politieke - ongebondenheid.
  2. houding waarbij je weinig aandacht hebt voor de ernstige gevolgen van wat je doet
  3. blijk van onafhankelijkheid
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 21 mei 2024 Weblink bron “Belgen luiden noodklok” (11 november 2011), NOS