vrijheid

• Geluid:  vrijheid    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈvrɛihɛit / (2 lettergrepen); /ˈvrɛi̯ɦɛi̯t/

• vrij·heid

• Afgeleid van vrij met het achtervoegsel -heid

de vrijheid v

1. het vrij zijn

   • In Nederland is er vrijheid van meningsuiting. 

   ▸ Nationale eenheid is nou eenmaal makkelijker te vangen in termen als democratie en vrijheid, dan in de persoon van een bolwangige veertiger.^[1]

   ▸ Ik wilde met mijn hele hebben en houden op mijn rug in de overweldigende wildernis van Amerika slapen onder de sterren, nieuwe mensen ontmoeten, alleen met mijn gedachten door de bossen lopen en de vrijheid hebben om te gaan en te staan waar ik wilde.^[2]

   ▸ De rector hield een toespraak over vrijheid en democratie en de opofferingen die voor ons lagen nu we onze uiterste best moesten doen om de dappere Hongaren te helpen, in het ergste geval met wapens in de hand.^[3]

2. een privilege

   • Hij kreeg de vrijheid om zich artistiek te uiten. 

3. (sport) een klein zeiljacht, gebouwd volgens de specificaties van de eenheidsklasse

   • Een vrijheid was een houten jacht, maar wordt nu ook van polyester gemaakt. 

4. het in vrede kunnen leven

   ▸ Koning Willem-Alexander en koningin Máxima waren afgelopen weekend in Terneuzen. De koning gaf het startschot voor de viering van 75 jaar vrijheid. Want dit jaar is het 75 jaar geleden dat Nederland bevrijd werd.^[4]

5. (het territorium van een) vrije stad zonder volledige stadsrechten (middeleeuws taalgebruik)

• beperktheid, gevangenschap

• bandeloosheid, grenzeloosheid, onbelemmerdheid, ongebondenheid, onafhankelijkheid
• clipper, draak, pampus, randmeer, regenboog, schakel, soling, spanker, stern, tempest, tornado, valk, zestienkwadraat

•  in vrijheid stellen
• vrijheid van meningsuiting
• vrijheid van godsdienst

• Het woord vrijheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vrijheid" herkend door:

• Zie Wikipedia voor meer informatie.