ongedoopt

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ongedoopt. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ongedoopt, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ongedoopt in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ongedoopt is hier. De definitie van het woord ongedoopt zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanongedoopt, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


beeld voor het ongedoopte kind
  • on·ge·doopt
stellend
onverbogen ongedoopt
verbogen ongedoopte
partitief ongedoopts

ongedoopt [1]

  1. niet of nog niet het doopsel ontvangen hebbend
    • In navolging van tal van andere plaatsen in het land krijgt ook Lattrop in de loop van het voorjaar een monument voor overleden ongedoopte kinderen. Een werkgroep onder leiding van pastor Jan Kerkhof Jonkman bereidt de realisering ervan voor. [2] 
    • Er lag vooralsnog wel een probleem. Het gezin kerkte trouw in Broeksterwoude, maar vader had moeite met de kinderdoop. En dus bleef Van der Galiën ongedoopt en kon hij ook geen belijdenis doen. „Ik was geestelijk tot inkeer gekomen onder de prediking van ds. W. Baaij. Ondertussen groeide er een dringend verlangen in mijn hart om Zijn Naam te verkondigen, maar ik liep op een doodlopende weg. Vele malen heb ik de Heere gevraagd of Hij mijn verlangen wilde wegnemen als het niet van Hem was. Totdat de Heere sprak: „Ik zal u het kromme tot recht maken.”” [3] 
92 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[4]