ongel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ongel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ongel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ongel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ongel is hier. De definitie van het woord ongel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanongel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
1. Deze ongel komt van een varken.
  • on·gel
enkelvoud meervoud
naamwoord ongel -
verkleinwoord - -

de ongelv / m

  1. vet uit de ingewanden van vee
    Dit vet kon worden gebruikt als smeermiddel, als brandstof of bij het bereiden van voedsel.
    • Het flakkerlicht der dagelijkse kaars vaagde met de roetwalm van haar ongel de uitdrukking zijner teleurstelling weg, zo het heersende schemer een in zijn onrust hier verdoolde aan de schelle dag meteen hergaf. [2]
  • kaarsen van ongel maken
    iets willen doen wat niet kan
10 % van de Nederlanders;
14 % van de Vlamingen.[3]