onnozelaar

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord onnozelaar. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord onnozelaar, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je onnozelaar in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord onnozelaar is hier. De definitie van het woord onnozelaar zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanonnozelaar, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • on·no·ze·laar
enkelvoud meervoud
naamwoord onnozelaar onnozelaars
verkleinwoord onnozelaartje onnozelaartjes

de onnozelaarm

  1. idioot, halve gare, dwaas
76 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]