Geluid: onrustig (hulp, bestand) on·rus·tig Afgeleid van rustig met het voorvoegsel on- onrustig niet rustig zijnde Nee, dat vind ik een té onrustige vogel...
Geluid: onrust (hulp, bestand) on·rust Afgeleid van rust met het voorvoegsel on- de onrust v / m het verstoord zijn van de maatschappelijke of sociale...
Geluid: onrustigs (hulp, bestand) on·rus·tigs onrustigs partitief van de stellende trap van onrustig Dat is iets onrustigs... Het woord onrustigs staat...
Geluid: onrusten (hulp, bestand) on·rus·ten de onrusten mv meervoud van het zelfstandig naamwoord onrust Het woord onrusten staat in de Woordenlijst...
Geluid: onrustige (hulp, bestand) on·rus·ti·ge onrustige verbogen vorm van de stellende trap van onrustig ▸ Het was een onrustige avond geweest in...
ταραχή v verwarring, wanorde, onrust politieke onrust, oproer (meervoud) troebelen, onlusten...