10 Resultaten gevonden voor "ontharding".

onthard

vanwege voorvoegsel onthard eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontharden Ik onthard.  gebiedende wijs van ontharden Onthard!  (bij inversie)...


onthardde

Geluid:  onthardde    (hulp, bestand) ont·hard·de onthardde enkelvoud verleden tijd van ontharden Ik onthardde.  Jij onthardde.  Hij, zij, het onthardde.  Het...


onthardden

Geluid:  onthardden    (hulp, bestand) ont·hard·den onthardden meervoud verleden tijd van ontharden Wij onthardden.  Jullie onthardden.  Zij onthardden.  Het...


onthardend

Geluid:  onthardend    (hulp, bestand) ont·har·dend onthardend onvoltooid deelwoord van ontharden Het woord onthardend staat in de Woordenlijst Nederlandse...


onthardende

 onthardende    (hulp, bestand) ont·har·den·de onthardende verbogen vorm van onthardend, het onvoltooid deelwoord van ontharden Het woord onthardende staat...


ontharden

wateroverlast af. [1.1] ontkalken [1.3] verharden ontharder, ontharding Het woord ontharden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse...


suavizar

suavizar overgankelijk verzachten ontharden (van water)...


onthardt

ontharden Jij onthardt.  derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontharden Hij onthardt.  (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontharden Onthardt...


ablandar

onovergankelijk afnemen, bedaren (van wind en storm) overgankelijk weken, ontharden, verweken, verzachten, zacht/week maken kalmeren, tot bedaren brengen...


ontharder

ont·har·der Naamwoord van handeling van ontharden met het achtervoegsel -er de ontharder m middel waarmee men kan ontharden waterontharder Het woord ontharder...