ontstemming

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ontstemming. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ontstemming, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ontstemming in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ontstemming is hier. De definitie van het woord ontstemming zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanontstemming, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ont·stem·ming
enkelvoud meervoud
naamwoord ontstemming ontstemmingen
verkleinwoord

de ontstemmingv [1]

  1. het boos, kwaad, geërgerd zijn
     «Ik heb me dus niet vergist, dacht gravin Marja, waarom zou hij boos op me zijn?» In de toon waarop hij haar had geantwoord had gravin Marja ontstemming gehoord en de wens een einde aan het gesprek te maken.[2]
     De tijd tussen de aanval en het begin van de uitzending op Nederland 1 wekte ontstemming bij minister Opstelten van Veiligheid en Justitie. Hij gaat "In alle scherpte kijken" wat er moet gebeuren als de NOS niet kan uitzenden. De NOS moet immers kunnen optreden als rampenzender. “Een zender op zwart, dat kan niet en mag niet,” zei Opstelten.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3. Bronlink geraadpleegd op 26 januari 2022 Weblink bron “Hoe NPO1 een uur 'op zwart' ging” (30-01-2015,), NOS