Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
onvrij. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
onvrij, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
onvrij in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
onvrij is hier. De definitie van het woord
onvrij zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
onvrij, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- afleiding van vrij met het voorvoegsel on-
onvrij
- dat je moet doen wat een ander je zegt
- gevoel dat je niet mag doen en laten wat je zelf goeddunkt
- Bij wijze van besluit blikt Dercon terug. ‘Ik heb me nog nooit zo onvrij gevoeld als in Berlijn de voorbije maanden. In augustus overwoog ik zelfs even om te stoppen. We kregen weer een shitstorm over ons heen op Facebook en zowaar echte Duitse shit voor onze deur. Ik wilde mijn team die commotie niet aandoen. Gelukkig greep de politiek in tegen dat haatklimaat. Als ik hier rondloop vandaag, voel ik me opnieuw totaal vrij. Er hangt een goede vibe. Je voelt dat hier van alles mogelijk is en ik ben van plan dat eruit te halen.’ [1]
- Toen ik 15 jaar was kreeg ik van mijn ouders een racefiets. De verveling in de lange zomervakanties werd verdreven door regelmatig een rondje Sneekermeer te fietsen. Ik had een azuurblauwe koersbroek gekocht en mijn lange haren wapperden in de wind. Passerende automobilisten en bestuurders van landbouwvoertuigen claxonneerden. Ik was boos. Sommige voertuigen minderden vaart en bleven een tijdje naast me rijden. Ik voelde me onvrij. Er werden raampjes naar beneden gedraaid. Er werd gefloten en geroepen. Een enkele keer werd er een voorstel gedaan. Ik keek vanuit mijn ooghoeken of er mensen waren op de boerenerven waar ik langsreed, die me zouden horen als ik schreeuwde. Ik was een jong meisje dat in de openbare ruimte deed wat ze leuk vond. De mannelijke Friese plattelandsbevolking eind jaren zeventig vond dat ik dat niet ongestoord mocht doen. Straatintimidatie is van alle tijden. [2]
1. gevoel dat je niet mag doen en laten wat je zelf goeddunkt
86 % |
van de Nederlanders;
|
87 % |
van de Vlamingen.[3]
|