ooggetuige

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ooggetuige. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ooggetuige, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ooggetuige in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ooggetuige is hier. De definitie van het woord ooggetuige zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanooggetuige, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • oog·ge·tui·ge
enkelvoud meervoud
naamwoord ooggetuige ooggetuigen
ooggetuiges
verkleinwoord

de ooggetuigev / m

  1. iemand die iets heeft gezien
     Er is nog geen bevestiging dat de man ook werkelijk ebola heeft, maar het nieuws heeft angst gezaaid in de hoofdstad. Mensen zijn aan het hamsteren geslagen en eten niet langer in de vele eetstalletjes langs de kanten van de weg uit angst voor besmetting, meldden ooggetuigen.[1]
     Als áspirant'was het heel goed mogelijk dat Harald als ooggetuige aanwezig had moeten zijn wanneer oudere kameraden debuteerden.[2]
  2. (juridisch) iemand die een getuigenis aflegt van iets wat hij/zij gezien heeft
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]
  1. Bronlink geraadpleegd op 26 april 2022 Weblink bron “Nigeriaan met mogelijke ebola in Benin” (7 augustus 2014), Reformatorisch Dagblad
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044625691
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be