Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
oorbaar. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
oorbaar, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
oorbaar in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
oorbaar is hier. De definitie van het woord
oorbaar zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
oorbaar, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘welgevoeglijk’ voor het eerst aangetroffen in 1841 [1]
- Afgeleid van het zelfstandig naamwoord oorbaar (onzijdig), dat 'nut', 'voordeel' betekent, samengesteld uit oor en baar, oor betekent uit en baar komt af van het oude beren, dragen, voortbrengen. Oorbaar betekent dus eigenlijk opbrengst.[2]
- afgeleid van baar (stam van het werkwoord baren) met het voorvoegsel oor- [3]
oorbaar
- toelaatbaar, gepast, betamelijk, fatsoenlijk, billijk
- Deze handelwijze is volgens artikel 11, lid 1 oorbaar.
55 % |
van de Nederlanders;
|
39 % |
van de Vlamingen.[4]
|