oorbaar

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord oorbaar. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord oorbaar, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je oorbaar in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord oorbaar is hier. De definitie van het woord oorbaar zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanoorbaar, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oor·baar
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘welgevoeglijk’ voor het eerst aangetroffen in 1841
  • Afgeleid van het zelfstandig naamwoord oorbaar (onzijdig), dat 'nut', 'voordeel' betekent, samengesteld uit oor en baar, oor betekent uit en baar komt af van het oude beren, dragen, voortbrengen. Oorbaar betekent dus eigenlijk opbrengst.
  • afgeleid van baar (stam van het werkwoord baren) met het voorvoegsel oor-
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen oorbaar oorbaarder oorbaarst
verbogen oorbare oorbaardere oorbaarste
partitief oorbaars oorbaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

oorbaar

  1. toelaatbaar, gepast, betamelijk, fatsoenlijk, billijk
    • Deze handelwijze is volgens artikel 11, lid 1 oorbaar. 
Antoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

55 % van de Nederlanders;
39 % van de Vlamingen.

Verwijzingen