openingstijden

• Geluid:  openingstijden    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈopənɪŋsˌtɛidə(n) / (5 lettergrepen)

• ope·nings·tij·den

•  openingstijd zn  met de uitgang -en

de openingstijden mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord openingstijd

   ▸ Dul en Schouten klokken de snelste openingstijden tot dusver.^[1]

2. alleen meervoud afgebakende periode dat een locatie open is voor bezoekers

   ▸ Indicatoren voor detailhandel zijn dat je ter plekke op vaste openingstijden iets kunt kopen en afhalen, dat je dat kunt zien aan de buitenkant, en dat de koopwaar is uitgestald of in een showroom staat.^[2]

   ▸ Als je wel eens in een wereldstad als New York of Shanghai bent geweest, kijk je niet raar op van 24-uurs openingstijden.^[3]

   ▸ Bezoek vrijblijvend het verkoopcentrum aan de Bunschoterweg / Nieuwlandseweg. Openingstijden: Vr. van 13.00 tot 17.00 uur.^[4]

• Het enkelvoud "openingstijd" heeft ook deze betekenis en is in dat opzicht niet het enkelvoud van "openingstijden".

• Het woord openingstijden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.