Geluid: opfrissend (hulp, bestand) op·fris·send opfrissend onvoltooid deelwoord van opfrissen...
opfrissende (hulp, bestand) op·fris·sen·de opfrissende verbogen vorm van opfrissend, het onvoltooid deelwoord van opfrissen Het woord opfrissende staat...
Geluid: opfrissen (hulp, bestand) op·fris·sen samenstelling van op bw en fris bn met het achtervoegsel -en van een werkwoord" opfrissen fris maken...
tegenwoordige tijd van opfrissen ... dat jij opfrist. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opfrissen ... dat hij opfrist. ...
tijd van opfrissen Ik fris op. gebiedende wijs van opfrissen Fris op! (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opfrissen Fris je...
opfrissen Jij frist op. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opfrissen Hij frist op. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van opfrissen Frist...
Geluid: opfris (hulp, bestand) op·fris opfris (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opfrissen ... dat ik opfris. ...
re·fres·car refrescar onovergankelijk afkoelen, bekoelen overgankelijk koelen opfrissen [1] enfriar refrescar in: Diccionario de la lengua española, 23e druk...
bestand) op·fris·te opfriste (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opfrissen ... dat ik opfriste. ... dat jij opfriste. ... dat hij, zij, het opfriste...
vervoeging van opfrissen: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van op bw en gefrist ww opgefrist voltooid deelwoord van opfrissen ▸ Opgefrist...