opgeleide
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord opgeleide. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord opgeleide, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je opgeleide in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord opgeleide is hier. De definitie van het woord opgeleide zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanopgeleide, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·ge·lei·de
Werkwoord
| vervoeging van: | opleiden… |
opgeleide
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | opgeleide | opgeleiden |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (onderwijs) iemand die een opleiding heeft gehad
- Hier werken alleen maar opgeleiden, goed bedoelende amateurs laten we niet toe.
- In Nederland zijn steeds meer hoger opgeleiden werkzaam, helaas is er voor lager opgeleiden steeds minder emplooi.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord opgeleide staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opgeleide" herkend door:
| 98 % | van de Nederlanders; |
| 98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus
, ISBN 9789044625691
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
