ophollen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ophollen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ophollen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ophollen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ophollen is hier. De definitie van het woord ophollen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanophollen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • op·hol·len

ophollen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ophollen
holde op
opgehold
zwak -d volledig
  1. naar boven rennen
     Elfriede zag de andere twee mannen in de verte de heuvel ophollen naar het dorp toe.[2]
51 % van de Nederlanders;
63 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron
    Ria Zandee, Krimpen aan den IJssel
    “Aflaat” (29-10-2010), Reformatorisch Dagblad
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be