oprennen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord oprennen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord oprennen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je oprennen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord oprennen is hier. De definitie van het woord oprennen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanoprennen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • op·ren·nen

oprennen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
oprennen
rende op
opgerend
zwak -d volledig
  1. heel snel te voet iets betreden
     Even later komt K. als ‘een dolle’ het veld oprennen, schetst rechter B.T.C. Jordaans. Hij slaat M. in het gezicht en geeft hem een ‘knietje’. Terwijl M. wegrent krijgt hij schoppen.[2]
     Een 62-jarige man uit Rijssen, die op zijn fiets over de Bleekstraat reed zag de jongens vlak voor hem de weg oprennen en kon een aanrijding met het jongetje niet voorkomen.[3]
  2. heel snel te voet omhoog gaan


58 % van de Nederlanders;
62 % van de Vlamingen.[4]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “Celstraf Almeloër na vechtpartij bij Heracles” (27-06-2016,), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron “Jongetje (7) gewond na aanrijding in Rijssen” (11-01-2017), Tubantia
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be