Geluid: opschuivend (hulp, bestand) op·schui·vend opschuivend onvoltooid deelwoord van opschuiven...
Geluid: opschuivende (hulp, bestand) op·schui·ven·de opschuivende verbogen vorm van opschuivend, het onvoltooid deelwoord van opschuiven Het woord...
Geluid: opschuiven (hulp, bestand) op·schui·ven samenstelling van op en schuiven opschuiven van plaats veranderen zonder los te raken van de ondergrond...
vervoeging van opschuiven: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van op bw en geschoven ww opgeschoven voltooid deelwoord van opschuiven...
tegenwoordige tijd van opschuiven ... dat jij opschuift. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschuiven ... dat hij opschuift...
van opschuiven Ik schuif op. gebiedende wijs van opschuiven Schuif op! (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschuiven Schuif...
enkelvoud tegenwoordige tijd van opschuiven Jij schuift op. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschuiven Hij schuift op. (verouderd) gebiedende...
Geluid: opschuif (hulp, bestand) op·schuif opschuif (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschuiven ... dat ik opschuif. ...
bestand) op·schoof opschoof (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opschuiven ... dat ik opschoof. ... dat jij opschoof. ... dat hij, zij, het opschoof...
bestand) op·scho·ven opschoven (in een bijzin) meervoud verleden tijd van opschuiven ...dat wij opschoven. ...dat jullie opschoven. ...dat zij opschoven...