opsjorren

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord opsjorren. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord opsjorren, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je opsjorren in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord opsjorren is hier. De definitie van het woord opsjorren zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanopsjorren, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • op·sjor·ren

opsjorren [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opsjorren
sjorde op
opgesjord
zwak -d volledig
  1. met moeite naar boven brengen of tillen
    • Maar de kerels, als lachen ze mijn scrupule's weg, blijven vroolijk terwijl zij mij met horten en stooten, die mijn maag in beroering brengen, opsjorren en -sjouwen de nauwe paden op, vanwaar de ravijnen voor mijn neêrturend oog wegschieten naar diepen afgrond toe. Vroolijk blijven zij, en hongerig, geloof ik, zijn zij of doen zij alsof zij zijn om aan een warong hier, een draagkeukentje daar, vlug den mandoer wat ‘lemper’ te doen koopen voor enkele centen. [2] 
73 % van de Nederlanders;
78 % van de Vlamingen.[3]