opzadelen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord opzadelen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord opzadelen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je opzadelen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord opzadelen is hier. De definitie van het woord opzadelen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanopzadelen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • op·za·de·len

opzadelen [2]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opzadelen
zadelde op
opgezadeld
zwak -d volledig
  1. (figuurlijk) iemand belasten met iets onaangenaams
    • Omdat ik het bedienend personeel niet met mijn eigen kinderachtige probleem wil opzadelen, heb ik laatst toch maar babyccino gezegd. Maar dan zo: „En dan nog een, nou ja, een ‘babyccino’.” Ik hoopte dat de aanhalingstekens opgepikt werden. Maar nee. [3] 
  2. een paard een zadel opleggen
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]