ordinarius

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ordinarius. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ordinarius, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ordinarius in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ordinarius is hier. De definitie van het woord ordinarius zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanordinarius, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • or·di·na·ri·us
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘gewoon hoogleraar’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1] [2]
  • Afgeleid van het Latijnse ordinarius (iemand die de orde bewaart)
enkelvoud meervoud
naamwoord ordinarius ordinarii
verkleinwoord - -

de ordinariusm [3]

  1. gewoon hoogleraar aan een universiteit
  2. persoon met gewone bestuursmacht (kerkelijk: bisschop)
32 % van de Nederlanders;
37 % van de Vlamingen.[4]