orkest

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord orkest. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord orkest, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je orkest in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord orkest is hier. De definitie van het woord orkest zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanorkest, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • or·kest
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘groep musici’ voor het eerst aangetroffen in 1765 [1]
  • Afkomstig van het Griekse orchèstra (halfronde plaats in theater waar gedanst werd), dat weer samengesteld is uit orcheisthai (dansen) en -tra (plaatsaanduiding).
enkelvoud meervoud
naamwoord orkest orkesten
verkleinwoord orkestje orkestjes

het orkesto

  1. (muziek) een groep musici
    • Het orkest was in staat heel zacht te spelen, maar ook heel erg sterk. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]