ornitholoog

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ornitholoog. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ornitholoog, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ornitholoog in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ornitholoog is hier. De definitie van het woord ornitholoog zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanornitholoog, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • or·ni·tho·loog
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Grieks met het achtervoegsel -loog
enkelvoud meervoud
naamwoord ornitholoog ornithologen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ornitholoogm

  1. iemand die veel verstand heeft van vogels; vogeldeskundige
    • Voor alle zekerheid vraagt ornitholoog Anje om 'niet met flitslicht' te fotograferen. Als de kraanvogels tegen zonsondergang naar hun slaapplaats in het veengebied vliegen kunnen ze door de 'blitz' gedesoriënteerd raken. De vijftig lezers van De Twentsche Courant Tubantia begrijpen wat hun Duitse gids bedoeld. Daar zijn het natuurliefhebbers voor.  
    • In het Amazonegebied in Brazilië zijn vijftien nieuwe vogelsoorten ontdekt. Het gaat om de grootste ornithologische ontdekking in Brazilië in meer dan 140 jaar, aldus ornitholoog Luis Fabio Silveira van de universiteit van Sao Paulo.  
    • De vogelarts groeide zelf op in die cultuur. Zijn jeugd bracht hij door in India en Nepal waar hij als kleuter al kromsnavels en zangvogels hield. Later leerde hij veel van de bekende Amerikaanse ornitholoog Bob Flemming, met wie hij veelvuldig de natuur in trok.  
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

76 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen