ouwel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ouwel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ouwel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ouwel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ouwel is hier. De definitie van het woord ouwel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanouwel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Ouwels vóór de consecratie.
  • ou·wel
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘niet-geconsacreerde hostie’ voor het eerst aangetroffen in 1469 [1]
  • Afkomstig van het Latijnse oblata (offerbrood).
enkelvoud meervoud
naamwoord ouwel ouwels
verkleinwoord ouweltje ouweltjes

de ouwelm

  1. een dun wit ongedesemd baksel van rijstzetmeel zoals dat in de Eucharistie en als bodem voor bepaalde koekjes gebruikt wordt
    • Deze macronen kun je het beste op ouwel bakken, anders komen ze aan de bakplaat vast te zitten. 
64 % van de Nederlanders;
50 % van de Vlamingen.[2]