Geluid: overreageerde (hulp, bestand) over·re·a·geer·de overreageerde enkelvoud verleden tijd van overreageren Ik overreageerde. Jij overreageerde. Hij...
Geluid: overreageerden (hulp, bestand) over·re·a·geer·den overreageerden meervoud verleden tijd van overreageren Wij overreageerden. Jullie overreageerden...
stamtijd onbepaalde wijs verleden tijd voltooid deelwoord overreageren overreageerde overgereageerd zwak -d volledig...
verleden (o.v.t.) overreageerde overreageerde overreageerde overreageerde overreageerde overreageerden overreageerden overreageerden toekomend (o.t.t.t...