overschatten

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord overschatten. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord overschatten, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je overschatten in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord overschatten is hier. De definitie van het woord overschatten zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanoverschatten, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • over·schat·ten
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
overschatten
overschatte
overschat
zwak -t volledig

overschátten [1]

  1. overgankelijk wederkerend iets groter of van groter belang inschatten dan het in werkelijkheid blijkt
    • De rol van voetbaltrainers wordt overschat. 
    • Kijk, ik wil mezelf niet overschatten, maar ik heb wel talent. 
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
overschatten
schatte over
overgeschat
zwak -t volledig

óverschatten

  1. overgankelijk opnieuw schatten [2]
vervoeging van
overschatten

overschátten

  1. meervoud verleden tijd van overschatten
    • Wij overschatten. 
    • Jullie overschatten. 
    • Zij overschatten. 
vervoeging van
overschatten

óverschatten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van overschatten
    • ...dat wij overschatten. 
    • ...dat jullie overschatten. 
    • ...dat zij overschatten. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]