schilderen overschilderen overgankelijk zo beschilderen dat het eronder verdwijnt overschilderbaar, overschildering Het woord overschilderen staat in de...
ik overschilder. overschilder eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overschilderen Ik overschilder. gebiedende wijs van overschilderen Overschilder...
Geluid: overschilderbaar (hulp, bestand) over·schil·der·baar Naamwoord van handeling van overschilder met het achtervoegsel -baar overschilderbaar te schilderen...
Geluid: overschilderend (hulp, bestand) over·schil·de·rend overschilderend onvoltooid deelwoord van overschilderen Het woord overschilderend staat in...
Geluid: overschilderende (hulp, bestand) over·schil·de·ren·de overschilderende verbogen vorm van overschilderend, het onvoltooid deelwoord van overschilderen...
Geluid: overschilderbaars (hulp, bestand) over·schil·der·baars overschilderbaars partitief van de stellende trap van overschilderbaar Dat is iets overschilderbaars...
Geluid: overschilderbare (hulp, bestand) over·schil·der·ba·re overschilderbare verbogen vorm van de stellende trap van overschilderbaar Het woord overschilderbare...
tegenwoordige tijd van overschilderen ... dat jij overschildert. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overschilderen ... dat hij overschildert...
over·schil·der·de overschilderde (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van overschilderen ... dat ik overschilderde. ... dat jij overschilderde. ... dat hij...
vervoeging van overschilderen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel overschilderd voltooid deelwoord van overschilderen Het woord overschilderd...