overstuurde

(klemtoonhomogram)

• Geluid:  óverstuurde    (hulp, bestand) (verzenden)
  • IPA: / ˈovərˌstyrdə / (4 lettergrepen)
• Geluid:  overstúúrde    (hulp, bestand) (vervormen)
  • IPA: / ˌovərˈstyrdə / (4 lettergrepen)

• over·stuur·de

• óverstuurde:  overstuur ww  met de uitgang -de
• overstúúrde: overstuurd met de uitgang -e

óverstuurde

1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van oversturen
   

   • ... dat ik overstuurde. 
     
   • ... dat jij overstuurde. 
     
   • ... dat hij, zij, het overstuurde. 

   ▸ Harry was de neef die wel eens geld overstuurde voor tante, waarna het groot feest in huis was.^[1]

_{Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord met klemtoon op -stuur-.}

overstúúrde

1. enkelvoud verleden tijd van oversturen
   

   • Ik overstuurde. 
     
   • Jij overstuurde. 
     
   • Hij, zij, het overstuurde. 

   ▸ Aanvankelijk was de microfoon niet geschikt voor gebruik, omdat deze het geluid te makkelijk overstuurde en een te rauw randje aan de muziek gaf.^[2]

2. verbogen vorm van overstuurd, voltooid deelwoord van oversturen

   ▸ De muziek is heerlijk roekeloos: door bassen overstuurde trapbeats vol meeuwengeluiden, en uptempo drum-’n-bass en house.^[3]

overstúúrde

1. verbogen vorm van de stellende trap van overstuurd

   ▸ Ze miste haar lichtshow en achtergrondzangeressen; haar hoge zeemeerminstem moest het afleggen tegen de overstuurde bas.^[4]

• Het woord overstuurde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.