Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
pétard. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
pétard, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
pétard in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
pétard is hier. De definitie van het woord
pétard zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
pétard, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
pétard m
- knaller
- (spreektaal) rotje [1]
- (spreektaal) joint, stickie
- «Quand le prof est entré dans la classe, y avait Yann à la fenêtre en train de fumer un gros pétard.»
- Toen de leraar de klas binnenkwam, zat Yann bij het raam een grote joint te roken. [1]
- (spreektaal) scoop, nieuwtje
- «Cette semaine, le Canard Enchaîné a encore lancé un pétard.»
- Deze week heeft le Canard Enchaîné alwéér een opzienbarend nieuwtje. [1]
- (spreektaal) herrie, kabaal
- «Pendant la manif, il va certainement y avoir du pétard.»
- Bij die demonstratie gaan ze vast en zeker heibel trappen. [1]
- (spreektaal) revolver, blaffer
- «Mon voisin, c’est un ouf, il se balade avec un pétard dans la poche.»
- Mijn buurman is gek, hij loopt rond met een blaffer in zijn zak. [1]
- (spreektaal) gat, kont
- «T’as vu le pétard d'cette gonzesse?»
- Heb je de kont van die griet gezien? [1]
- ↑ 1,0 1,1 1,2 1,3 1,4 1,5
Wouw, Berry van de
, Woordenboek populair Frans - Nederlands. Woordenboek van het Frans dat u op school nooit leerde, 2e druk, Breda: Uitgeverij Arti-Choc, 2014; p. 152