gat

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord gat. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord gat, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je gat in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord gat is hier. De definitie van het woord gat zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangat, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gat
1-4 enkelvoud meervoud
naamwoord gat gaten
verkleinwoord gaatje gaatjes
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘opening’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1236. In de betekenis van ‘anus, achterwerk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1481
5 enkelvoud meervoud
naamwoord gat gatten
verkleinwoord gatje gatjes

Zelfstandig naamwoord

het gato

  1. opening of holte
    • Een gat in de muur boren. 
     Met mijn 17 gram zware deuce of spades-schep groef ik dagelijks een gat in de grond van ongeveer 10 cm diep als de grond niet te hard was.
  2. (overdrachtelijk) een tekort of ontbrekend deel
    • Een gat in de begroting. 
    • Er zitten gaten in zijn verhaal. 
  3. (meervoud) gaten: ogen
    • In de gaten houden. 
    • In de gaten lopen. 
  4. (verkleinwoord), (tandheelkunde) gaatje: een geval van tandwolf
    • De tandarts zei dat ik geen gaatjes had. 
  5. (dim gatje) achterste
    • Op z'n gatje zitten. 
  6. (pejoratief) plaats met weinig inwoners
    • Zij groeide op in een gat waar niet eens een basisschool was. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Een gat in zijn hand hebben
Dwangmatig en/of te veel geld uitgeven
  • In een (zwart) gat vallen
Niet meer weten wat te doen (m.n. na een drukke periode); (zwaar) depressief worden
  • Een gat in de markt
Een vraag waar nog geen aanbod tegenover staat
  • In de gaten springen
De leemtes opvullen
  • Iets in de gaten hebben
Iets in het oog hebben
  • Iets in de gaten houden
Ergens goed op letten
  • In de gaten lopen
Opvallen, in het oog springen
  • Geen zittend gat hebben
Niet lang kunnen stilzitten
  • Op zijn gat liggen
In een ellendige toestand verkeren
Spreekwoorden
  • Wie zijn gat (of: billen) brandt, moet op de blaren zitten.
De gevolgen van je negatieve daden zul je ook zelf moeten ondervinden
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Occitaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • gat
enkelvoud meervoud
gat gats

Zelfstandig naamwoord

gat m

  1. kat