palmaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van palmar palmaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van palmarse...
toekomende tijd (futuro) van palmar palmare aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van palmarse aanvoegende wijs derde persoon...
wijs derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van palmar palmaren aanvoegende wijs derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van palmarse...
Bestand bestaat nog niet. Aanmaken? pal·mar palmar onovergankelijk dood gaan, de pijp uitgaan [1] morir palmar in: Diccionario de la lengua española, 23e...
palmaría eerste persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van palmarse derde persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van palmarse...
palmamos eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van palmarse eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van palmarse...
palmado voltooid deelwoord (participio) van palmar palmado voltooid deelwoord (participio) van palmarse...
palmaba eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van palmarse derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van palmarse...
enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van palmarse gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van palmarse...
persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van palmarse gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van palmarse...