pardonneren

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord pardonneren. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord pardonneren, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je pardonneren in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord pardonneren is hier. De definitie van het woord pardonneren zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpardonneren, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • par·don·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans

Werkwoord

pardonneren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
pardonneren
pardonneerde
gepardonneerd
zwak -d volledig
  1. mensen een ontheffing aanbieden voor een geldende verplichting; iets oogluikend toestaan
    • Inmiddels kunnen geen aanvragen voor het pardon meer worden gedaan. De bewindsman verwacht nog wel enige verblijfsvergunningen te zullen geven omdat er nog zo'n 1300 bezwaren tegen afwijzingen lopen. Teeven hoopt volgend jaar april klaar te zijn. Hij rekent er niet erg op dat er dan nog gauw weer een dergelijke regeling komt: 'Anders blijven we aan het pardonneren'.  
  2. iemand ontslaan uit rechtsvervolging
    • 'Het is tijd dat de Verenigde Staten Snowden pardonneren of een deal met hem sluiten die hem in staat stelt om naar huis terug te keren. Als iemand laat zien dat overheidsambtenaren stelselmatig en doelbewust de wet overtreden, mag die persoon niet in gevangenschap van diezelfde overheid leven', aldus The New York Times.  
    • Phelps zwemt in Mesa de 100 meter vlinder, 100 rug, 100 en 400 vrij en de 200 wissel. Op alle nummers is Ryan Lochte zijn tegenstander. Phelps maakt geen deel uit van de Amerikaanse selectie voor de WK in Kazan (Rusland), maar er gaan geruchten dat de zwembond overweegt hem te pardonneren in de aanloop naar Rio 2016.  
Synoniemen

Gangbaarheid

79 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.

Verwijzingen