10 Resultaten gevonden voor "parquearse".

parquearé

parquearé eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van parquear parquearé eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van parquearse...


parqueare

toekomende tijd (futuro) van parquear parqueare aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van parquearse aanvoegende wijs derde persoon...


parquearen

derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van parquear parquearen aanvoegende wijs derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van parquearse...


parquear

niet. Aanmaken? par·que·ar parquear onovergankelijk parkeren overgankelijk parkeren parqueadero [1] aparcar, estacionar parquear in: Diccionario de la lengua...


parquearía

parquearía eerste persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van parquearse derde persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van parquearse...


parqueado

parqueado voltooid deelwoord (participio) van parquear parqueado voltooid deelwoord (participio) van parquearse...


parqueamos

parqueamos eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van parquearse eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van parquearse...


parquee

enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van parquearse gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van parquearse...


parqueaba

eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van parquearse derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van parquearse...


parqueéis

meervoud tegenwoordige tijd (presente) van parquearse gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van parquearse...