pensioneren
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord pensioneren. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord pensioneren, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je pensioneren in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord pensioneren is hier. De definitie van het woord pensioneren zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpensioneren, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Geluid: pensioneren (hulp, bestand)
- pen·si·o·ne·ren
- afgeleid van het Franse pensionner (met het achtervoegsel -eren) [1]
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| pensioneren |
pensioneerde |
gepensioneerd |
| zwak -d | volledig | |
pensioneren
- ergatief zich terugtrekken uit de arbeidsmarkt en van pensioen genieten
- Sommige mensen willen graag pensioneren.
- pensioen geven
- Het woord pensioneren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pensioneren" herkend door:
| 97 % | van de Nederlanders; |
| 94 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Wiktionnaire
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
