picaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van picar picaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van picarse...
toekomende tijd (futuro) van picar picare aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van picarse aanvoegende wijs derde persoon...
aanvoegende wijs derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van picar picaren aanvoegende wijs derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van picarse...
pico eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van picar pico eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van picarse...
Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken? pi·car picar onovergankelijk steken (van insect), (van de zon) bijten (van vis) prikken, jeuken pikken, branden...
picaría eerste persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van picarse derde persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van picarse...
picar picamos eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van picarse eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van picarse...
picado voltooid deelwoord (participio) van picar picado voltooid deelwoord (participio) van picarse...
picaba eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van picarse derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van picarse...
persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van picarse gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van picarse...