plaatsbewijs

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord plaatsbewijs. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord plaatsbewijs, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je plaatsbewijs in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord plaatsbewijs is hier. De definitie van het woord plaatsbewijs zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanplaatsbewijs, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • plaats·be·wijs
enkelvoud meervoud
naamwoord plaatsbewijs plaatsbewijzen
verkleinwoord plaatsbewijsje plaatsbewijsjes

het plaatsbewijso

  1. Een bewijs vroeger meestal een kaartje vaak ook een ov-chipkaart dat men recht heeft op een (zit)plaats.
    • In tien wedstrijden werd niet voldoende gewonnen om een plaatsbewijs voor het wereldtoernooi te bemachtigen. 
100 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be