platdrukt (hulp, bestand) plat·drukt platdrukt (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van platdrukken ... dat jij platdrukt. ...
Geluid: platdrukte (hulp, bestand) plat·druk·te platdrukte (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van platdrukken ... dat ik platdrukte. ... dat...
Geluid: platdrukten (hulp, bestand) plat·druk·ten platdrukten (in een bijzin) meervoud verleden tijd van platdrukken ...dat wij platdrukten. ...dat...
platdrukt platdrukt platdrukt platdrukt platdrukken platdrukken platdrukken verleden (o.v.t.) platdrukte platdrukte platdrukte platdrukte platdrukte platdrukten...