Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
plezier. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
plezier, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
plezier in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
plezier is hier. De definitie van het woord
plezier zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
plezier, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘genoegen’ voor het eerst aangetroffen in 1574 [1]
- [2]
het plezier o
- een staat van genoegen
- Hij ondervond veel plezier daarvan.
- ▸ Ik dacht eerst dat ik tijdens dit experiment niet veel plezier zou hebben en misschien zelfs door de hikers zou worden genegeerd.[3]
- iets wat genoegen schept
- Hij deed haar daarmee een pleziertje.
- ▸ Het was gemakkelijk om de Engelsen te haten, ten slotte zo gemakkelijk dat het een plezier was ze te doden.[4]
plezier
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plezieren
- gebiedende wijs van plezieren
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plezieren
100 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[5]
|
- ↑ "plezier" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ plezier op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Tim Voors
“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑
Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be