plons

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord plons. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord plons, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je plons in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord plons is hier. De definitie van het woord plons zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanplons, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • plons
enkelvoud meervoud
naamwoord plons plonzen
plonsen
verkleinwoord plonsje plonsjes

de plonsm [3]

  1. met het geluid van een in een vloeistof vallend voorwerp
    • Bij de rivier neem je een steen die je in het stromende water gooit. Het effect is misschien niet goed te zien. Er komt een kleine rimpeling waar de steen door het oppervlak breekt en dan een plons, overstemd door het geraas van de langsstromende rivier. Meer niet. [4] 
    • We baanden ons een weg door een paar struiken, balanceerden over een grote steile rots, bleven aan het uiterste puntje van een landtong staan en daar wierp ik het blinkertje uit. Het flitste door de lucht, kwam met een kleine plons in het water terecht en toen het begon te zinken, gaf ik Vanja de hengel en zei dat ze hem binnen kon halen. Zo, papa? vroeg ze, ja, dat is goed, zei ik, ik heb beet! zei ze, je houdt me voor de gek, zei ik, echt waar? [5] 
vervoeging van
plonzen

plons

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plonzen
    • Ik plons. 
  2. gebiedende wijs van plonzen
    • Plons! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plonzen
    • Plons je? 
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[6]