polsblessure

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord polsblessure. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord polsblessure, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je polsblessure in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord polsblessure is hier. De definitie van het woord polsblessure zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpolsblessure, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • pols·bles·su·re
enkelvoud meervoud
naamwoord polsblessure polsblessures
polsblessuren
verkleinwoord

de polsblessurev

  1. (medisch) (sport) letsel aan de overgang tussen onderarm en hand door overmatig gebruik
     Luiten, die dit seizoen lang aan de kant stond met een polsblessure en eerder vreesde dit jaar niet meer in actie te kunnen komen, staat op de 57ste plaats.[1]
     Donderdag was Van der Poel, die vanwege een polsblessure even niet mag mountainbiken, ook al tweede geworden in de 4,5 kilometer lange proloog van de Franse etappekoers. Een dag later verraste de renner van het Belgische Corendon-Circus het peloton na 176 kilometer op het laatste stuk naar de finish in Gorron.[2]


  1. Bronlink geraadpleegd op 13 november 2022 Weblink bron
    NOS Sport
    “Luiten zeker van eindejaarstoernooi: 'Baan in Dubai ligt me'” (Zondag 11 november 2018, 14:28), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 13 november 2022 Weblink bron
    NOS Wielrennen
    “Van der Poel toont veelzijdigheid in massasprint” (Vrijdag 1 juni 2018, 18:00), NOS