pols

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord pols. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord pols, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je pols in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord pols is hier. De definitie van het woord pols zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpols, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Röntgenfoto van een normale linkerpols
  • pols
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘handgewricht’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord pols polsen
verkleinwoord polsje polsjes

de polsm

  1. (anatomie) het gewricht tussen onderarm en hand
  2. een klopping in de polsslagader, polsslag

De vingers aan de pols houden.

De nieuwste ontwikkelingen bijhouden.

Iets uit de losse pols doen.

Iets met groot gemak doen.
vervoeging van
polsen

pols

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van polsen
    • Ik pols. 
  2. gebiedende wijs van polsen
    • Pols! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van polsen
    • Pols je? 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]