porte-manteau

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord porte-manteau. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord porte-manteau, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je porte-manteau in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord porte-manteau is hier. De definitie van het woord porte-manteau zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanporte-manteau, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • por·te-man·teau
enkelvoud meervoud
naamwoord porte-manteau porte-manteaus
verkleinwoord - -

de porte-manteaum [2]

  1. (taalkunde) samengetrokken woord dat is gevormd uit het begin van een ander woord, gecombineerd met het eind van nog een ander woord en soms nog met delen van nog meer andere woorden, waarbij alle woordfragmenten een deel van de betekenis van het nieuwe woord uitmaken
    • De naam ‘mukbang’ is een porte-manteau van de Koreaanse woorden voor eten en uitzenden.[3] 
    • En een samengetrokken woord als caprama wordt een porte-manteau genoemd, zoals ook woorden als infotainment en brunch.[4] 
  2. (verouderd) kapstok, kleerhanger
    • Een eiken porte-manteau. 


  • por·te-man·teau
  • Imperatieve samenstelling van porter ‘dragen’ en manteau ‘jas’.
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  porte-manteau     le porte-manteau     porte-manteaus     les porte-manteaus  

porte-manteau m

  1. kapstok, kleerhanger
    «Un porte-manteau tournant.»
    Een draaiende kleerhanger.
  2. (scheepvaart) davit
  3. (verouderd) manteldrager (v.e. koning e.d.)