posponer overgankelijk achterstellen, achteruitzetten uitstellen, verdagen, opschorten [1] postergar [2] demorar posposición, pospositivo, pospuesto...
het Spaanse werkwoord postergar Infinitief (infinitivo) Voltooid deelwoord (participio) Onvoltooid deelwoord (gerundio) postergar postergado postergando...