poter
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord poter. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord poter, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je poter in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord poter is hier. De definitie van het woord poter zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpoter, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- po·ter
Woordherkomst en -opbouw
- Herkomst: Jiddisj
Bijvoeglijk naamwoord
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van poten met het achtervoegsel -er
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | poter | poters |
| verkleinwoord | potertje | potertjes |
Zelfstandig naamwoord
de poter m
- (landbouw) iemand die poot
- (gereedschap) werktuig waarmee men kan poten
- pootaardappel
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord poter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "poter" herkend door:
| 69 % | van de Nederlanders; |
| 56 % | van de Vlamingen. |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ poter op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- po·ter
| Naar frequentie | 36841 |
|---|
Zelfstandig naamwoord
poter
- nominatief onbepaald mannelijk meervoud van pote